Intrekking verblijfsrecht na verbreking gezinsband

Gezinsleden van wie de gezinsband met de hoofdpersoon na aankomst in Nederland wordt verbroken, kunnen te maken krijgen met intrekking van hun afgeleide asielstatus. Zolang het gezinslid in bezit is van de afgeleide verblijfsvergunning kan deze worden ingetrokken. Voor de partner/echtgenoot betekent dit in de meeste gevallen voor een periode van 5 jaar.

De vergunning zal meestal niet worden ingetrokken wanneer de gezinsband wordt verbroken door het overlijden van de hoofdpersoon of omdat het gezinslid slachtoffer is of dreigt te worden van eer gerelateerd of huiselijk geweld

Bij intrekking van de afgeleide asielstatus vindt wel een ambtshalve toets aan reguliere gronden plaats. Zo zou een ex-echtgeno(o)t(e) met kinderen in aanmerking kunnen komen voor een reguliere verblijfsvergunning op grond van artikel 8 EVRM.

Ook kinderen kunnen te maken krijgen met intrekking van de asielstatus indien zij binnen een jaar na verkrijging van de afgeleide asielstatus zelfstandig gaan wonen en in hun eigen onderhoud voorzien. Het is dan ook van groot belang dat zij de feitelijke gezinsband met hun ouders binnen dat jaar niet verbreken. Overigens is er geen sprake van verbreking van de gezinsband indien het kind zelfstandig gaat wonen i.v.m. een volledige dagopleiding. Dit vereiste van een jaar geldt verder ook voor ouders die zijn nagereisd bij een alleenstaande minderjarige asielstatushouder.

Heeft u een voornemen ontvangen van de IND dat ze uw asielvergunning willen intrekken neem dan spoedig contact met ons op of meld uw zaak vrijblijvend aan via het formulier op onze website. Met onze kennis en kunde op dit gebied staan wij u graag bij.

nl_NL